Vrije keuze en het warmtenet
Sinds 2004 hebben we een vrije energiemarkt en zijn we eraan gewend dat we als huiseigenaar zelf onze energieleverancier kunnen kiezen. Voorheen was er geen keuzevrijheid zoals we die nu kennen en bepaalde je woonplaats bij welke leverancier je hoorde. Energiebedrijven werden opgedeeld in netbeheerders en energiebedrijven. Tien jaar geleden in 2011 is de Wet Onafhankelijk Netbeheer ingevoerd. Door deze wet zijn de taken voor het netbeheer losgekoppeld van de energieleveranciers. De netbeheerder wordt nog altijd bepaald door het gebied waar je woont, maar je kunt zelf een energieleverancier kiezen. Nu we in een energietransitie van aardgas naar groene energie zitten, verandert die energiemarkt en een van de keuzes is de keuze voor een warmtenet en een warmteleverancier. Bij warmtenetten is keuzevrijheid anders dan we bij het aardgassysteem gewend zijn geraakt. Er wordt door critici gesteld dat er geen keuzevrijheid is, maar dat behoeft nuancering.
Is er keuzevrijheid in warmtenetten?
Bij een nieuwbouwproject kiest in eerste instantie de opdrachtgever, zoals een projectontwikkelaar, woningcorporatie of particuliere eigenaar, de warmtevoorziening van het huis. Vroeger werd standaard een gasaansluiting gerealiseerd en was dat zelfs een verplichting. Sinds 2018 is dat veranderd. Bij de bouwfase is er nu keuze uit een warmtepomp, of bodem- of luchtwarmtepomp of aansluiting op een warmtenet. Bij bestaande woningen kiest de huiseigenaar zelf – of bij huur de woningcorporatie – of en wanneer een andere warmtevoorziening wordt aangeschaft. In het klimaatakkoord is afgesproken dat alle woningen in 2050 van het aardgasnet afgekoppeld zijn.
Een Slim Groen Warmtenet van de partners van Energie voor Elkaar is niet open aan de vraagzijde. Dat wil zeggen dat je niet kunt kiezen uit verschillende leveranciers. Er is maar één leverancier op een bepaalde locatie: het warmtebedrijf. Je kunt alleen een contract afsluiten en warmte afnemen bij het warmtebedrijf dat het net achter de aansluiting beheert. Anders dan een energieleverancier zoals we die kennen, die een landelijke dekking heeft, is een warmtebedrijf een lokale leverancier. Warmte is echt een lokaal product, dat beperkt kan worden getransporteerd. Bij een partij met landelijke dekking is het belangrijk dat prijs door de marktwerking onder controle blijft. Bij een lokale partij wordt de prijs gecontroleerd door wetgeving, die de klanten bescherming biedt die in de vrije markt ontbreekt. Het is ook helder om in te zien dat het opsplitsen van een lokale markt alleen maar zal leiden tot onnodige extra kosten en niet in het belang is van de lokale afnemer.
De warmtenetten van partners van Energie voor elkaar zijn wel open aan de bronzijde. Dat betekent dat leveranciers die warmte over hebben warmte kunnen leveren aan het net. Het warmtebedrijf levert deze warmte dan aan zijn afnemers. Zo maken de afnemers gebruik van restwarmte die anders verloren zou gaan. Om restwarmte in te koppelen moet o.a. worden geïnvesteerd in een unit, dus ook deze restwarmte heeft een kostenplaatje.
Is keuze uit verschillende leveranciers ideaal?
Bij de warmtenetten van de partners van Energie voor elkaar is wel degelijk sprake van keuzevrijheid, maar niet op de klassieke manier. De keuze om je huis aan te sluiten op het net of te kiezen voor een andere warmtebron is aan de woningeigenaar, daarna is er maar één warmteleverancier op dit net. Die initiële keuze houdt het aanbod van het warmtenet ook scherp, want aan het begin van de keuze voor een warmteoplossing kunnen de kosten van aansluiting, onderhoud resp. afschrijving en eventueel kosten van aanpassingen aan de woning goed worden vergeleken.
De Slimme Groene Warmtenetten van de partners van Energie voor elkaar zijn niet zomaar gesloten aan de vraagzijde. Om een warmtenet te kunnen aanleggen zijn grote investeringen noodzakelijk en er is sprake van een leveringsplicht. Door deze leveringsplicht ontstaat een ketenverantwoordelijkheid. Alles hangt met elkaar samen: van de bronnen tot het net en de exploitatie. Om de huiseigenaar meer keuze te geven, zouden de bronnen, netten en afname ontvlochten moeten worden. Gezien het lokale en daardoor relatief kleinschalige karakter van een warmtebedrijf, levert dit veel meer extra kosten op dan dat er voor de consument winst te verwachten is. Om ervoor te zorgen dat de warmteaanbieder geen prijsmisbruik door zijn positie kan maken, is de Warmtewet van kracht. Daarin wordt de maximum prijs bepaald die voor warmte mag worden gevraagd en die prijs hangt samen met de marktprijs van de klassieke warmtebron: gas.
Keuzevrijheid en verrekening
In het huidige aardgassysteem is er ook sprake van één net dat energieleveranciers met elkaar delen. Het gas dat hierop vervoerd wordt, is vaak van dezelfde bronnen afkomstig. Het aardgasnet is een Europees net, dat het ingekochte gas van de verschillende leveranciers transporteert. De huiseigenaar heeft keuze uit die verschillende leveranciers. De verrekening van de geleverde energie wordt op papier afgehandeld.
Bij een Slim Groen Warmtenet is de afnemer verzekerd van warmtelevering door optimale inzet van de bronnen zonder dat er warmte wordt verspild. Het is duidelijk wie de leveranciers is en wat de bron van de warmte is. Er is geen papierenwereld van verrekening van geleverde warmte tussen verschillende leveranciers. Die duidelijkheid maakt ook dat het lokale Warmtebedrijf in the spotlight staat.
Stellingen:
– Vrije keuze is essentieel voor het draagvlak voor de energietransitie.
– Een warmtebedrijf is monopolist van het product warmtenet op een bepaalde locatie, maar heeft concurrentie van andere warmte producten en is binnen een gemeente vaak niet de enige aanbieder.
– De consument geniet extra bescherming door de Warmtewet.
– Het is duidelijk wie de warmte levert en waar de afgenomen warmte vandaan komt.